Het lied “Nu ’t Lageland weer droog is” werd geschreven naar aanleiding van het onder water zetten van een groot gebied van de gemeenten Delfzijl, Appingedam, Loppersum, Ten Boer en Slochteren (waar Lageland in ligt), door de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog (Inundatie 1940-1945).
Wijs: Aan het strand stil en verlaten.
Geen narigheid dus meer,
Het wilde-eend-gesnater
Verstomt reeds meer en meer
De zeekaap en de kievit,
Ja meerder waterwild,
Hebben in hun bezet gebied
Reeds weer hun stem gestild
Want de boer is weer aan ’t ploegen,
Neemt de spade weer ter hand.
Herneemt zoo het oude zwoegen
In het vruchtbaar Lageland
Slechts weinig kan hij nu nog bouwen
Hoe pijnlijk hem dit alles doet
Maar hij ziet reeds vol vertrouwen;
’n Nieuwe oogstjaar tegemoet
(Neem me niet kwalijk dat ik ’t zeg)
Zouden we zo gaarne missen
In de openbare weg
B. en W. wil aandacht schenken
Aan deze zoo’n publieke last.
Want wie hier langs wil, moet bedenken,
Hij rijdt zich onherroepelijk vast
Het was de waanzin der tirannen,
Die groeven hier de zaak kapot
Gebruik makend van onze mannen
In de “Organisatie Todt”
Maar nu de vijand is verdreven
En met zijn heerschappij gedaan
Nu is van zelf ons aller streven
Het Lageland weer boven aan !
K.H. Brug 5